van de dingen die voorbijgaan (4)

door johan velter

de witte raaf_inge ketelers

De hemelbestormers van De witte raaf tonen met elke nieuwe aflevering telkens weer aan hoe vormgeving en inhoud met elkaar verband houden. De krant wordt nog steeds op krantenpapier gedrukt, zwart-wit – ook de illustraties, ook de publiciteit van derden zijn zwart-wit. De tekst is verdeeld over vier kolommen, de ideale verhouding om een dicht op elkaar gezette tekst te kunnen lezen. De ‘onderafdeling’ ‘Ondertussen’, de meer personele berichten, de minder theoretische uiteenzettingen, is verdeeld over drie kolommen – ook dit is optimaal omdat de berichten hier nooit erg lang zijn en de breedte het leesgemak niet in de weg staat.

De vormgeving is enkele jaren geleden door Inge Ketelers overgenomen van Gauthier Dejonghe. Ze heeft de strengheid nog wat aangescherpt: hier wat meer bold, daar wat minder. De strengheid van het intellect, de ernst en de afstandelijkheid weerspiegelen zich in de materiële krant.

In het laatste nummer, 175, mei-juni 2015, is een essay van Bart Verschaffel verschenen (ook te lezen op de website van De witte raaf), Vrank en vrij? : over lachen, meningen en artistieke vrijheid. Een essay waarvan men zegt dat iedereen het gelezen moet hebben, in de eerste plaats toch de anderen, de tegenpartij. Verschaffel brengt kunst terug in de ruimte waar kunst thuishoort: het spel. Hij toont aan hoe de kunst bij de herhaling en daardoor de verandering, de metamorfose gebaat wordt en hoe daarbij de verandering niet anders dan humor, vrankheid en vrijheid in zich kan bergen.

Maar het is die pagina 4 die die immense, in zichzelf gekeerde, krachtdadige, strenge en gewetensvolle moraliteit toont. Louter tekst, streng onder en naast elkaar gezet. Slechts een enkele tussentitel die bovendien ook nog niet kinderachtig reducerend of meisjesachtig naast de kwestie wil zijn. Een tussentitel, ‘Over artistieke vrijheid’, die droogweg een ander hoofdstuk aanduidt maar niet een immense witvlakte rond zich nodig heeft om er te zijn. De randen van de krant zijn klein, wie de krant slordig vouwt, creëert voor zichzelf een probleem. Het is die zwijgende, veelzeggende krant die we verloren hebben. Vergelijk dit met wat u elke dag leest: slechte foto’s die alles domineren en alles in de lawine van de wansmaak meesleuren. De foto’s zijn technisch niet slecht, maar wansmakelijk, veel te groot afgedrukt voor het medium en louter dienend omdat het management geen inhoud wil zien. Ze tonen enkel de realiteit, ze geven geen licht, ze openen geen verten zoals tekst dat kan doen – zelfs met woorden die slechts benaderen, kan tekst veel meer teweegbrengen dan beeld. Het beeld laat het andere niet toe; lezen zet een proces op gang. Het zijn slechts lezers die een foto kunnen bekijken.

le monde diplomatique_de chirico

Het gaat niet om al dan niet een beeld want is er iets mooier en verrasender dan bij een artikel van Lucie Geffroy, Guérilla littéraire (Le monde diplomatique, mai 2015) het schilderij Spettacolo misterioso (1971), van Giorgio de Chirico te mogen zien, een beeld dat wél ruimte creëert? Het gaat om smaak, dus om intelligentie.