wat details rond ‘de verwondering’ van hugo claus (10)

door johan velter

hugo_claus_de_verwondering

De eerst en volgende drukken van De verwondering hebben eenzelfde beeld op het omslag: een harpij. Een vogellichaam met twee trotse vrouwelijke borsten, grote vleugels, een sierlijke staart, een vrouwenhoofd, versierd met lang haar, een hoed en pluim. Een vervaarlijk wezen: de poten zijn bekroond met klauwen. Geen oude vrouw, of zo ziet ze er toch niet uit, geen vuil onderlijf. Maar daarover hebben we eerder al geschreven.

Catalogus 60, december 2012, van Antiquariaat Fokas Holthuis bevatte een (klein) deel van de Clauscollectie van de verzamelaar Gert Jan Hemmink, die meer dan een verzamelaar was: zijn onderzoekingen zijn een wezenlijk onderdeel van de Clausstudie geworden. Nummer 124 van deze catalogus beschrijft een exemplaar van de eerste druk van De verwondering, een boek dat Claus waarschijnlijk aan Simon Vinkenoog geschonken heeft. Opvallend is dat Claus het woord ‘roman’ op de titelpagina doorstreept heeft en vervangen door ‘boek’. Dit exemplaar bevat nog een tweede aantekening (nu op het schutblad): ‘omslag van mij / Hugo Claus’.

In het boek staat vermeld ‘Omslagontwerp Hugo Claus’.

Iedereen ging er van uit dat de tekening van Hugo Claus zelf is. Ook in het onlangs verschenen promoboekje Lezen in verwondering : veertien leeswijzers bij een roman van Hugo Claus bevestigen verschillende auteurs dit. Zo schrijven de steeds maar verder krimpende redacteurs Tom Sintobin en Mathijs Sanders in hun inleiding: ‘Wie aandachtig naar de door de auteur zelf bedachte afbeelding op het omslag van de eerste druk [maar ook van de volgende drukken, jv] kijkt, stelt vast dat ook daar heldere afbakeningen zoek zijn zodat troebelheid ontstaat. We zien een cirkel die bij nader inzien toch geen cirkel is. Daarin staat een wezen dat getekend wordt door dubbelheid: het is zowel mens als dier, zowel erotisch en mooi als monsterlijk. De cirkel lijkt op vanalles [sic] en nog wat: een lichtbundel, een vergrootglas, een kijkgat, een ‘looking glass’ […].’ Of op p. 31 waar Mathijs Sanders schrijft: ‘Het omslag van de eerste druk – de […]afbeelding van een gravure van een harpij – was door de schrijver zelf ontworpen.’

Toch is de tekening van de mythologische vogel een ‘Fremdkörper’ in het beeldend werk van Claus: te gedetailleerd, te duidelijk, te veel lijn, minder expressie.

Paul Claes beschreef in de Knack-editie van 27 juli 2012 dat hij op het internet de ‘Claustekening’ vond.

hugo claus_de verwondering_melchior lorck_1582

Een gravure van Melchior Lorck uit 1582. Lorck (1526?-1583?) was een Deense kunstenaar die in zijn kunst het Turkije van de 16de eeuw heeft getekend. In de tentoonstelling in Bozar Het rijk van de sultan werden enkele portretten getekend door Melchior Lorck opgenomen (nummers 106, 107), maar ook de 4 prenten van catalogusnummer 70 zijn van hem. Is het inbeelding van mij of lijkt Achada Soltana niet erg goed op de harpij van Lorck/Claus?

melchior lorck_achada soltane

De vraag die ik me stelde, toen Paul Claes me zijn vondst meldde, was waar Hugo Claus die prent vandaan gehaald kon hebben – want zo gekend is Lorck en zijn werk hier niet (maar Karel Van Mander vermeldde hem wel in zijn Schilder-boeck, hij moet ook enige tijd in Antwerpen verbleven hebben en contact gehad hebben met Plantin.). Asger Jorn had door zijn Deense nationaliteit een bron kunnen zijn. Maar Claes schreef me dat Jean Weisgerber ooit in een interview gezegd had dat het boek Arts fantastiques van Claude Roy (inderdaad de voorwoordschrijver van de Franse vertaling van De verwondering – en daarom des te verwonderlijker dat hij een zulkdanig ‘bloed en bodem’- voorwoord geschreven heeft maar daarover staat niets in het boek Lezen in verwondering dat ook wel lezen in verbijstering betekent) voor Claus een bron geweest is.

Ik duikel het boek op en zie: daar staat op p. 81 de harpij, als bijschrift ‘Allégorie. Gravure danoise du XVIe siècle’ – de naam Melchior Lorck wordt niet vermeld. In de tekst gaat het over het ambigue van de mens, over Freud, haat en liefde: «[…] l’homme est autre chose que ce qu’il est, et le poète, le comédien, le romancier sont ceux qui tirent parti de ce dédoublement premier pour devenir ce qu’ils ne sont pas en s’accomplissant eux-mêmes.» (Robert Delpire éditeur, Paris, 1960 [dus 2 jaar vóór de verschijning van De verwondering], p. 82).

hugo claus_deverwondering_claude roy

We mogen ervan uitgaan dat dit Claus’ bron was. In het boek van Roy werd immers de grond waar de harpij op staat en de nabije stad weggelaten die we wel zien op de ‘echte’ prent.

Wat Claus zelf gedaan heeft, is inderdaad een ontwerp maken voor het omslag maar met de prent van een andere kunstenaar. Hij heeft een ovaal uitgeknipt, op een gouden achtergrond gekleefd. Dat goud werd door oude schilders begrepen als de heilige ruimte. Claus toont door zijn beeld dat het om een allegorisch verhaal (en geen roman) gaat, dat de oppervlaktelaag –de politieke roman – slechts oppervlakte is, dat we verder moeten kijken. Dat we dan de gruwel zullen zien.