groot woordenboek van de onomatopoësis, deel 2

door johan velter

Als Thomas Bernhard een papegaai als archief voor Kant’s gedachten neemt, dan is dit een fundamentele opvatting: de canon is slechts dode materie; het is pas wanneer het leven de canon aanraakt, dat er een siddering verschijnen kan.

Maar wat is dan de ‘natuurlijke’, de ‘echte’ taal van een papegaai? In het stuk ‘Immanuel Kant’ gaat het over een ‘psittacus erithacus’, een grijze roodstaartpapegaai. Wanneer deze papegaai in zijn natuurlijke habitat leeft en niet met vreemde geluiden besmet is, is zijn roep – op Engelse wijze: ‘wrah … wrah’. In het Nederlands ‘wrah …wrah’.

papegaai_1

Dit weten we dankzij het onvolprezen werk van Harry van Boxtel. Dit jaar verscheen bij ‘De Althaea Pers’ van Jos Swiers, ‘Papegaaienzang’, een boek – helaas – op slechts 25 exemplaren geprint, waarin Van Boxtel de verschillende roepen van de verschillende papegaaien inventariseert. Omdat de meeste vogelaars Engelstalig zijn, werden de vogelgeluiden met Engelse woorden geïmiteerd – wat onmiddellijk de vraag naar het accent oproept. Ten behoeve van de Nederlandstalige lezer heeft Van Boxtel het Engels naar het Nederlands vertaald. Zo weten we nu dat de touit stictoptera ‘raah-reh … reh’ maar ook ‘raah-reh’ als geluid maakt en dat dit in het Nederlands als ‘wrah-ree … ree’ of ook als ‘wrah-ree’ klinkt.

Niet alleen werden de geluiden neergeschreven, de klanken werden ook verbeeld. Zoals de uitgever het verwoordt: ‘Via een aantal tegen elkaar uitgevoerde softwareprogramma’s – waarvoor veel dank verschuldigd is aan Rob Hoogers – is voor een twintigtal geluiden de sonografische weergave omgezet naar een kleurschakeringsbeeld in zowel een majeur- als een mineurvariant.’ Voor deze verbeelding (ook van het boek) werd Johan Breuker aangeschreven. In het begin van het boek werd ‘Voyelles’ van Rimbaud afgedrukt: vogels en mensen, 1 wereld.

papegaai_2

Voor De Althaea Pers is dit een vervolg op ‘Vogelslag’, een inventaris van vogelgeluiden, dus het tweede deel van het ‘Groot woordenboek van de onomatopoësis’. Voor Harry van Boxtel is dit zijn zoveelste aflevering in zijn wetenschap van de papegaai (nummer 9 in de serie ‘Het papegaaienmuseum’. Er is een website, http://www.cubra.nl/PM/index.htm . Een van de onderafdelingen gaat over ‘Ver- Vert’ van J.B.L. Gresset. Over dit gedicht zei Élie Catherine Fréron, 1 van de erge anti-Verlichtingsfilosofen, ‘le plus heureux badinage que nous ayons peut-être dans notre langue’.